10 december 1665

Het Mariniersmuseum feliciteert het Korps Mariniers van harte met hun 357ste verjaardag.

Oprichtingsdocument

Op 10 december 1665, werd op initiatief van raadspensionaris Johan de Witt en admiraal Michiel de Ruyter tijdens de Tweede Nederlands-Engelse oorlog (1665-1667) een permanent zeeregiment opgericht. Kolonel Willem Joseph van Ghent werd aangesteld als de commandant van het nieuwe Korps Mariniers, bestaande uit ongeveer 1500 soldaten.

Zeesoldaten?

Aanvankelijk deden de matrozen op schepen in het geval van een entering tegelijkertijd dienst als de soldaten van het schip. Hier kwam echter in de loop van de zeventiende eeuw verandering in. Door de komst van grotere en snellere schepen kwam men tot inzicht dat soldaten op schepen ook op een andere manier ingezet konden worden. Gewone soldaten bleken echter niet geschikt, zonder getrainde zeebenen waren ze vaak zeeziek. Zeesoldaten konden de schepen tijdens een entering verdedigen en deze troepen konden snelle landingen uitvoeren op vijandelijk grondgebied.

 

Landing van de Mariniersbrigade vanuit een Landing Ship Tank bij Pasir-Poetih, juli 1947

Het nieuwe regiment

Het regiment werd meteen ingezet tijdens de oorlog, maar kon bij de eerste twee zeeslagen voor de Engelse kust niet in actie komen omdat de Nederlandse vloot te zwaar beschadigd raakte om een landing uit te voeren.  Juni 1667 hadden ze echter meer succes, toen de Nederlandse vloot de Engelsen compleet verraste en vrijwel zonder weerstand de haven van Chatham aan kon vallen. De Nederlandse mariniers speelden een grote rol bij deze operatie, onder andere met de verovering van het Fort Sheerness. Het korps werd daarmee een van de weinige regimenten die ooit een overwinning behaalde op het Britse vasteland.

Het leverde hun het eerste wapenfeit op hun vaandel.